1 Samuel 26:8

SVToen zeide Abisai tot David: God heeft heden uw vijand in uw hand besloten; laat mij toch hem nu met de spies op eenmaal ter aarde slaan, en ik zal het hem niet ten tweeden male doen.
WLCוַיֹּ֤אמֶר אֲבִישַׁי֙ אֶל־דָּוִ֔ד סִגַּ֨ר אֱלֹהִ֥ים הַיֹּ֛ום אֶת־אֹויִבְךָ֖ בְּיָדֶ֑ךָ וְעַתָּה֩ אַכֶּ֨נּוּ נָ֜א בַּחֲנִ֤ית וּבָאָ֙רֶץ֙ פַּ֣עַם אַחַ֔ת וְלֹ֥א אֶשְׁנֶ֖ה לֹֽו׃
Trans.wayyō’mer ’ăḇîšay ’el-dāwiḏ sigar ’ĕlōhîm hayywōm ’eṯ-’wōyiḇəḵā bəyāḏeḵā wə‘atâ ’akennû nā’ baḥănîṯ ûḇā’āreṣ pa‘am ’aḥaṯ wəlō’ ’ešəneh lwō:

Algemeen

Zie ook: Abisai, David (koning), Hand (lichaamsdeel), Speer

Aantekeningen

Toen zeide Abisai tot David: God heeft heden uw vijand in uw hand besloten; laat mij toch hem nu met de spies op eenmaal ter aarde slaan, en ik zal het hem niet ten tweeden male doen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

Toen zeide

אֲבִישַׁי֙

Abísai

אֶל־

tot

דָּוִ֔ד

David

סִגַּ֨ר

besloten

אֱלֹהִ֥ים

God

הַ

-

יּ֛וֹם

heeft heden

אֶת־

-

אוֹיִבְךָ֖

uw vijand

בְּ

-

יָדֶ֑ךָ

in uw hand

וְ

-

עַתָּה֩

hem nu

אַכֶּ֨נּוּ

slaan

נָ֜א

laat mij toch

בַּ

-

חֲנִ֤ית

met de spies

וּ

-

בָ

-

אָ֙רֶץ֙

ter aarde

פַּ֣עַם

-

אַחַ֔ת

op eenmaal

וְ

-

לֹ֥א

en ik zal het hem niet

אֶשְׁנֶ֖ה

ten tweeden male doen

לֽ

-

וֹ

-


Toen zeide Abisai tot David: God heeft heden uw vijand in uw hand besloten; laat mij toch hem nu met de spies op eenmaal ter aarde slaan, en ik zal het hem niet ten tweeden male doen.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!